Onderstaande tabel geeft een overzicht van de voorgeschreven testen binnen de PSIE (Bevolkingsonderzoek Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie ) voor de screening op infectieziekten en de te rapporteren conclusies op basis van de uitslagen.
De screening op infectieziekten vindt plaats in een bloedmonster dat bij voorkeur is afgenomen vóór week 13 ( <13+0 ) van de zwangerschap (meestal na het eerste bezoek aan de verloskundig zorgverlener).
- Een positieve uitslag bij de screeningstest wordt in hetzelfde bloedmonster bevestigd met een confirmatietest.
- Een positieve, geconfirmeerde HBsAg-uitslag dient daarnaast aangevuld te worden met specificatietesten.
- Een positieve syfilis conclusie dient telefonisch gemeld te worden aan de medisch adviseur van RIVM-DVP (Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu ) via 088-6898943.
- Voor sommige testen zijn meerdere methoden toegestaan. Er geldt echter wel een beperkte vergoedingsregeling.
- Het laboratorium levert een definitieve conclusie aan de verloskundig zorgverlener en het RIVM-DVP over de aan- of afwezigheid van een infectie.
Samenvatting resultaten screeningstesten en conclusies
Verwekker | Screeningtest | Confirmatietest (Een (serie) testen in hetzelfde bloedmonster om de positieve uitslag van de eerste screentest te bevestigen of verwerpen ) | Definitieve conclusie | Specificatie | |
---|---|---|---|---|---|
Positief | Negatief | ||||
Hiv | hiv-1/2-antistoffen of hiv-Ag/As combinatietest | hiv-1/2-immunoblot* | hiv-1/2-immunoblot positief* | Bij een negatieve screeningstest of bij een negatieve confirmatietest | Niet binnen PSIE (Bevolkingsonderzoek Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie
): p24-antigeen of hiv-RNA |
Syfilis | TPHA (Treponema Pallidum Haemagglutination Assay
)/TPPA of syfilisantistoffen (EIA/CLIA) | T. pallidum immunoblot of TPHA/TPPA** | T. Pallidum immunoblot of TPHA/TPPA confirmatietest positief** | Bij een negatieve screeningstest of bij een negatieve confirmatietest | RPR (Rapid Plasma Reagin test ) |
HBV (Hepatitis B-virus ) | HBsAg | HBsAg-confirmatietest | HBsAg confirmatie positief*** | Bij een negatieve screeningstest of bij een negatieve confirmatietest | anti-HBc, HBeAg, anti-HBe |
*) Als hiv Ag/As test (hiv-combotest) wordt verricht en de hiv-1/2-immunoblot is negatief dan wordt ook een p24-antigeen of een hiv-RNA bepaald. Als hiv-p24-antigeen of hiv-RNA aantoonbaar is, dan is de definitieve conclusie: hiv-positief.
**) Als confirmatietest voor syfilis kan een T. pallidum immunoblot of TPHA (Treponema Pallidum Haemagglutination Assay
)/TPPA worden verricht (TPHA/TPPA alleen mogelijk wanneer als screeningstest de EIA/CLIA is verricht). Voor verdere interpretatie van de RPR (Rapid Plasma Reagin test
)-uitslag en te volgen beleid, zie MDR SOA.
***) Als positief dan worden ook anti-HBc, anti-HBe en HBeAg bepaald.
Tarieven
Voor de uitvoering van de laboratoriumbepalingen conform de geldende kwaliteitseisen ontvangen de laboratoria het door VWS vastgestelde tarief.